1
De HERE is mijn herder, dus heb ik alles wat ik nodig heb!
2
Hij laat mij uitrusten in een groene weide en wijst mij de weg langs kabbelende beekjes.
3
Hij verfrist mijn innerlijk en leidt mij op de weg waar zijn recht geldt, tot eer van zijn naam.
4
Zelfs als ik door een donker dal moet lopen, ben ik niet bang, want U bent dicht bij mij. Uw herdersstaf beschermt mij en begeleidt mij heel de weg.
5
U bereidt een feestmaal voor mij, waar mijn vijanden bij zijn. U zalft mijn hoofd, als bij een persoonlijke gast, mijn beker vloeit over van uw zegen!
6
Uw goedheid, liefde en trouw mag ik mijn hele leven ervaren en daarna mag ik voor eeuwig bij U wonen in uw huis.